Moel Siabod: [ˈmɔil ˈʃabɔd]

De wolken blijven vandaag laag boven de bergen hangen, dus kiezen we voor een minder hoge top, de Moel Siabod. In het Welsh betekent dit zoiets als ‘gevormde heuvel’ en die vorm is nogal langgerekt.

We starten in Capel Curig, waar we parkeren achter de winkel van Joe Brown. Na een klein ommetje via een boerderij steken we bij het outdoorcentrum Plas y Brenin de weg over. Ondanks het minder mooie weer zijn er drie groepen die kano-instructie op het meer krijgen. Helden! Wij steken de brug over naar de andere kant van het meer en komen dan direct in het bos aan de voet van de Moel Siabod. Het pad volgt de flanken van de noordhelling en stijgt geleidelijk omhoog. Als we boven de boomgrens uitkomen nemen we even pauze en genieten van het uitzicht op het dal.

Vanaf hier wordt het pad steeds natter en moeten we af en toe even zoeken om geen natte voeten te krijgen. Als we eenmaal uit het grasland en op de rotsen staan wordt het pad steeds steiler en krijgt de wind vat op ons. Op deze hoogte is ook geen schaap meer te bekennen, want ja, wat hebben die hier te eten? Als we op de kam staan, hebben we een geweldig uitzicht en als het helder was geweest hadden we zo de Snowdon aan kunnen raken. De toppen van de hogere bergen liggen echter allemaal in de wolken, dus we hebben er goed aan gedaan om de Moel Siabod te kiezen.

De Moel Siabod is eigenlijk een langgerekte bergrug, waar we nu bovenop staan. De ondergrond bestaat hier uit grote rotsblokken en van een echt pad is geen sprake meer. We volgen de bergrug in oostelijke richting en moeten regelmatig een stukje afklimmen of omlopen om een rots verder te komen. Als we eenmaal uit de rotsen zijn, houden we een langere pauze en proberen we de plaatsjes die we her en der zien liggen met behulp van de kaart te benoemen. Dat valt lang niet altijd mee merken we. Vanaf hier is het pad goed te volgen, al moet je om droge voeten te behouden af en toe wat moeite doen. Een boer drijft met zijn quad en een hond al zijn schapen door een hek de hoger gelegen velden op. Een stuk lager zien we dat hij er eentje vergeten is.

Terug in de lodge vertel ik trots aan een local dat ik vandaag op de Moel Siabod heb gestaan. Hij kijkt me niet begrijpend aan en na mijn uitleg van de route, roept hij uit: ‘Oh, de Moel Siabod!’. Jawel. Mijn Welsh heeft nog wat oefening nodig!

The early bird.. Trailrunning in Wales

Om 6 uur ’s ochtends gaat mijn wekker en een kwartier later sta ik met mijn loopschoenen aan buiten tussen de heuvels van Noord Wales. Ik ben van plan nog wat hoogtemeters te maken voordat ik vanmiddag weer terug naar de polder ga.

Ochtendstilte
Het is stil buiten, want zelfs de meeste schapen liggen nog te doezelen in het weiland. Ik loop een klein stukje het dal uit naar beneden en heb daarbij al na 10 minuten doorweekte sokken van het natte gras. Bij het caravanpark steek ik de weg over en daar begint de klim door het bos naar boven. Eerst volg ik een smal paadje, dat na een grote kruising overgaat in een karrenspoor dat zich naar boven slingert. Ik kan me niet herinneren dat het paadje zoveel zigzags maakt op de kaart, maar ik ga in ieder geval naar boven en een ander pad heb ik niet gezien.

Kruip-door-sluip-door
Het bos wordt steeds ruiger en een paar keer moet ik onder of over omgevallen bomen heen kruipen of klimmen. Het pad heeft meer weg van een overwoekerde tankbaan en regelmatig moet ik goed kijken om niet kniediep in het water weg te zakken. Ik ben heel erg blij dat ik mijn wandelstokken heb meegenomen, want soms is het meer balanceren dan lopen. Midden in het bos kom ik bij een oud vervallen huisje, waarvan alleen de muren nog tot heuphoogte overeind staan. Het bos wordt hier steeds donkerder, totdat ik na een dalletje in een dennenbos kom. Aan het einde zie ik licht en ik ben heel benieuwd waar ik uit kom. Als ik het bos uitloop, zie ik dat ik wel de juiste richting oploop, maar dat het pad waarschijnlijk ver onder mij ligt. Ook sta ik voor een hek van prikkeldraad dat dwars voor mij over de heuvels gespannen is. Er zit niets anders op dan eroverheen klimmen!

Schapenpaadjes
Nu ik uit het bos ben kan ik me beter oriënteren en volg ik de vele schapenpaadjes die parallel aan de helling lopen. De schapen die hier grazen zijn lang zo schichtig niet als in het dal en blijven vaak rustig liggen als ik langs hen loop. Ik kan nu aan drie kanten heel ver kijken en ik geniet van de bergen om me heen en het zonnetje dat schijnt.

Vanaf de ridge is de weg verder gemakkelijk te vinden. Als ik een bos ben gepasseerd, klim ik over twee trappetjes over een muurtje en volg dan een breed pad naar het dal. In het dal steek ik de weg weer over om via een typische kissing gate dwars door het weiland naar sheeprock te lopen. Daarna hoef ik alleen nog een redelijk vlakke weg te volgen tot de brug. Als ik terug kom bij de lodge is het pas half negen en kan ik als eerste aanschuiven voor het onbijt!

Though trailrunning in Noord Wales

Ik ben verwend! Verwend met paaltjesroutes in Nederland en perfect gemarkeerde paden in Duitsland en in de Alpen. Dat dit niet overal het geval is, kom ik te weten in de Nant Ffrancon valley in Noord Wales!

Ontdek je plekje
Vlak voor het avondeten besluit ik nog een klein rondje te lopen. Het kleine weggetje over de rivier af en dan rechtsaf over een houten trappetje waar het brede pad overgaat in een grasstrook. Schapen rennen mekkerend voor me uit en al snel zijn zij mijn oriënteringspunt, want ze volgen de makkelijkste weg! Als het pad weer iets breder wordt, sta ik op een prachtig idyllisch plekje aan de rivier. Echt iets voor een picknick!

Varens
Verder langs de rivier kan ik niet lopen, want daar staat een hek en een muur. Dan maar links langs de muur en weer rennen de schapen verschrikt voor mij uit. Ik baan me een weg door de varens en net als ik denk een duidelijk pad te zien, blijkt dat een beekje te zijn. Gelukkig liggen er grote leistenen over de beek en zo kom ik in een veld met varens. Heel veel varens. Telkens denk ik dat ik het pad kwijt ben, maar na elke derde of vierde stap zie ik toch weer iets van een spoor. Van hardlopen komt niet veel meer, maar gelukkig is het einde van het varenveld in zicht.

Klimmen en klauteren
Bij een boerderij loop ik bovenlangs de erfgrens en beland weer in een zompig stuk met veel varens. Soms kan ik een beetje hardlopen, maar overeind blijven is prioriteit. Als ik bij een rand met bomen aankom, blijken er twee hekken achter elkaar gebouwd te zijn en daarachter ligt het pad waar ik heen wil. Dan maar over het prikkeldraad en het houten hek heen. Nu loop ik op het MTB-pad langs de oude mijn. Bergen met leisteen liggen langs het pad en geven een desolate aanblik. Als ik eenmaal op het weggetje terug ben, kom ik een local tegen die met zijn auto keurig afremt om mij te laten passeren. Met natte voeten en een heel voldaan gevoel ben ik net voor het avondeten weer terug. Het eten smaakt heerlijk en ik voel me tevreden en verwend. Ook zonder markeringen!

Hardlopen helpt tegen een reiskater!

Vanochtend ben ik om 6 uur opgestaan om met bus, trein, vliegtuig en auto uiteindelijk in Noord Wales aan te komen. Na de lunch kijk ik scheel van de moeheid. Is het het tijdsverschil, het vroege opstaan, of al die indrukken onderweg? Dat ik een reiskater heb is overduidelijk, dus ik duik even een paar uur mijn bed in om te gaan slapen.

’s avonds na het eten begint het toch te kriebelen. ‘Zal ik even mijn loopschoenen aandoen?’. Met het eten net achter de kiezen, lees ik eerst nog maar een stuk in het boek waar ik vanochtend in begonnen ben. Ook trieste verhalen kunnen boeien en tegen de tijd dat ik het boek uit heb, is het na tienen. Ik twijfel om nu nog te gaan lopen, maar bedenk dat ik mijn nieuwe Petzl hoofdlampje mee heb genomen, dus als ik die meeneem, kan ik nog wel een rondje lopen!

Door het Nant Ffrancondal waar ik ben, lopen twee wegen parallel aan elkaar naar de pas aan het einde. Halverwege kan ik eventueel via een pad afsteken naar de overkant. Het eerste gedeelte van de weg loopt door een bosje en daar lijkt het al bijna donker. Daarna wordt het weggetje wat smaller en loop ik op split, zodat het toch een beetje onverhard aanvoelt. In de schemering kom ik langs een boerderij waar het licht vanzelf aanspringt, maar waar geen leven te zien is. Als ik achterom kijk, zie ik de zon ondergaan tussen de bergen en wordt het heel rustig in het dal.

Het weggetje loopt steeds verder het dal in en als ik bij de afslag bij ‘sheeprock‘ kom, besluit ik tot aan de pas door te lopen. De klimmetjes beginnen nu toch wel serieus te worden en na de laatste boerderij moet ik vol aan de bak om hardlopend op het volgende heuveltje te komen. Inmiddels is het donker en heb ik mijn Petzl aangezet. Na het zoveelste bultje begin ik me af te vragen hoe ver het nog is naar de pas. Het enige dat ik telkens zie in het licht van mijn hoofdlamp is de volgende helling! Opeens loop ik tussen de bomen en zie ik de huizen op de pas.

Nu is het alleen nog maar via de weg terug naar beneden. Ik dender over het voetpad langs de weg en breek al mijn snelheidsrecords. In mijlen, dat wel. Links van mij loopt een muurtje en als ik daar overheen kijk, zie ik honderden lichtjes. Allemaal schaapjes die recht in mijn hoofdflampje kijken, waardoor het lijkt alsof er allemaal spookjes liggen! Als ik bijna terug ben, moet ik toch nog twee keer vals plat naar boven en tegen die tijd heb ik ook wel genoeg van dat gejakker. Met net geen 10 kilometer op de teller ben ik weer terug in mijn kamer. Vies en bezweet, maar verlost van mijn reiskater!

Nant Ffrancon valley
Alles wat je nodig hebt tegen een reiskater!